Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit mei, 2007 tonen

Het fietsenlangshetkanaalgevoel

Op de weg langs het kanaal was het altijd rustig. De bomen ruisten, het water kabbelde, eenden kwaakten. Je moest wel uitkijken voor die paar auto's en vrachtwagens die voorbij reden, want voor je het wist gleed je die brede sloot in. Een fietspad was er niet. Het kanaal was niet meer in gebruik – mijn ouders vertelden dat er tot in de jaren zestig nog schepen vracht hadden aan- en afgevoerd, maar dat de ophaalbruggen nu niet eens meer open konden. Af en toe zag je een visser. Aan de andere kant van de weg stonden lage gebouwtjes omringd door parkeerterreintjes. Daar was het ook stil, op het wapperen van een vlag na. Op die vlag stond een logo, maar wat ze in de bedrijven deden was onduidelijk. Het interesseerde me ook niet, ik reed er langs op weg naar school of terug naar huis en was met mijn gedachten ergens anders, of in gesprek met een meefietsende klasgenoot. Toch kan ik het me het gevoel van die plek nog goed herinneren: middelbare school, jaren tachtig, langs een kanaal fie

Een witte vlek op een hoofd

Ik ben gefascineerd door vage foto's van groepjes totaal onherkenbare mensen. Je kunt er zoveel vragen bij stellen. Zoals bij dit mysterieuze beeld. De gezichten van deze jongens aan de waterkant zijn niet te ontwaren, de afdruk is te donker, ze zitten te ver weg (klik op de foto voor een vergroting). Wat doen ze daar met z'n allen? Die twee vooraan lijken een beetje naar het water te staren, eentje zit er te vissen, in de verte rechts staat iemand in het water. Het zijn er zoveel - alsof alle jongens van het stadje aan de haven op deze warme vooravond (dat leid ik af aan het lage licht op de ontblote bovenlijven) met zijn allen op de pier verkoeling zijn gaan zoeken. Of wachten ze ergens op? Een schip dat aankomt? Het schip waarop de fotograaf zit? Maar zit de fotograaf wel op een schip? En zo ja, waarom lijken de jongens dan helemaal niet te reageren op zijn aanwezigheid? Ik hoor bijna het water klotsen, dat lome, onregelmatige gespat tegen het hout en de keien van de

De brand op de expo van 1910

Welkom op de wereldtentoonstelling van 1910 in Brussel. (klik om te vergroten) Dit was het eerste wat de bezoekers zagen als ze door de toegangspoort waren: ruime wandelpaden, beelden van mythologische gebeurtenissen, sierlijke lantarenpalen, keurig bijgehouden grasperken met daarin verwerkt allerlei wapens (Waarvan? Vlaanderen, Wallonie, steden, ik kan het niet zien), een waterpartij, ruisend water. En daarachter de brede facade van het Belgische paviljoen, trots van de expositie, wapperende vlaggen van de landen van de wereld strak in het gelid op het dak. Een klassieke entree. Terwijl daarachter toch zoveel ongewoons te zien was. Wonderen van ver bijvoorbeeld, zoals een nagebouwd Senegalees dorp, naast het Apenparadijs. Een stelletje weet op deze dag nog niet waar het naar binnen zal gaan, terwijl een man de paden harkt. (klik weer om te vergroten) En daar zijn de wonderen van natuur en techniek, om je aan te vergapen. Een gigantische boom, echte couveusebabies!