Doorgaan naar hoofdcontent

De brand op de expo van 1910


Welkom op de wereldtentoonstelling van 1910 in Brussel.


(klik om te vergroten)

Dit was het eerste wat de bezoekers zagen als ze door de toegangspoort waren: ruime wandelpaden, beelden van mythologische gebeurtenissen, sierlijke lantarenpalen, keurig bijgehouden grasperken met daarin verwerkt allerlei wapens (Waarvan? Vlaanderen, Wallonie, steden, ik kan het niet zien), een waterpartij, ruisend water. En daarachter de brede facade van het Belgische paviljoen, trots van de expositie, wapperende vlaggen van de landen van de wereld strak in het gelid op het dak.

Een klassieke entree. Terwijl daarachter toch zoveel ongewoons te zien was. Wonderen van ver bijvoorbeeld, zoals een nagebouwd Senegalees dorp, naast het Apenparadijs. Een stelletje weet op deze dag nog niet waar het naar binnen zal gaan, terwijl een man de paden harkt.


(klik weer om te vergroten)

En daar zijn de wonderen van natuur en techniek, om je aan te vergapen. Een gigantische boom, echte couveusebabies!

(klik nog een keer om te vergroten)

Zoveel te zien, zoveel om over naar huis te schrijven. Van de expo van 1910 zijn naar schatting minstens drieduizend verschillende ansichtkaarten gemaakt, verzamelaarsobjecten inmiddels - ik vond een heel stapeltje op het Waterlooplein (en kijk eens op de site van een verwoede Belgische collectionneur: http://users.telenet.be/expo1910/expofirst.html?htm/fire.html). Ze tonen een wereld die wijds, kleurrijk, nieuw wil zijn. Het is vier jaar voor de Eerste Wereldoorlog, de twintigste eeuw herbergt nog allerlei beloftes.

Nederland presenteert zich met een gigantisch gebouw. Wat is daarvan over?


Toch slaat in Brussel ook al een noodlotje toe: de boel vliegt in de fik. Op de avond van 14 augustus gaan onder meer de Britse, Franse en Italiaanse gebouwen in vlammen op. Ook de dierentuin gaat eraan; men laat de wilde dieren liever omkomen dan ze vrij te laten, en alleen de olifant overleeft het vuur. De brand begint in het postkantoor naast het Belgische paviljoen. Van de trotse facade blijft weinig meer dan een geraamte over, de gesponsorde stoeltjes voor de bezoekers blijven leeg achter. Maar in de niet-getroffen delen ging de tentoonstelling gewoon door, en de ansichtkaartenmakers zagen meteen een nieuw, modern onderwerp: vernietiging.

Reacties

Beste heer Van Renssen,
Sinds kort ben ik in het bezit gekomen van een tijdschrift van 21 augustus 1910 : organe officiel de l’exposition de 1910 Bruxelles, met een uitgebreid artikel over deze brand. Mogelijk is dit interessant voor uw website. Ik kan eventueel foto’s ervan mailen.
Met vriendelijke groet,
Marcel Hendriks
hendriks.marcel62@gmail.com

Populaire posts van deze blog

Voetballen in het verzorgingstehuis

In de jaren tachtig lag mijn oma op een zaal in een 'verzorgingstehuis'. Elke zondagmiddag gingen we met het hele gezin op bezoek. Bij mooi weer maakten we een wandeling in de tuin. (klik om te vergroten) Nee, niet in Spierdijk, niet bij bejaardencentrum ' 't Oeverland'. Maar ik moest wel aan de zondagse wandelingen denken toen ik deze kaart vond. Het gazon, het paadje met de paaltjes, die lage lampen, de dunne boompjes en natuurlijk, helemaal links, de oranje zonweringen, zo was het bij ons in Apeldoorn ook. Mijn broer en ik rennen over het gras, mijn moeder duwt de rolstoel van mijn oma, mijn vader slentert mee. Zou mijn oma voor zeg haar vijftigste ooit rekening hebben gehouden met de mogelijkheid dat ze in een bejaardentehuis, en daarna in een verzorgingstehuis terecht zou komen? Hoe zag voor een meisje uit het begin van de eeuw, zoals op deze kaart... (klik om te vergroten) ... of op deze... (klik om te vergroten) ... de verre toekoms

Post van de dictator

Post is het ideale middel om te laten zien wie er de baas is. Mensen laten elke dag wel enveloppen en pakketjes door hun handen gaan. Vrijwel ongemerkt glijdt hun blik dan even over de postzegels. En wie zien ze daar: de koningin, de president, de dictator. Een paar jaar geleden was ik in Libiƫ. Daar kon je in kleine winkeltjes naar postzegels vragen en dan kwam de verkoper op de proppen met vellen vol prachtige afbeeldingen. Ware kunstwerkjes: hele schilderijen ontvouwden zich over meerdere postzegels. Zonde om ze uit te scheuren. Held op al die platen: kolonel Khadaffi. (klik op de plaatjes om te vergroten) Deze is in 1983 gemaakt ter ere van de 14e verjaardag van de revolutie van 1 september. Khadaffi omringd door zijn vrouwelijke lijfwacht. Hij deelt diploma's uit. Op de achtergrond een Russische Katusha-raketwerper. Prachtig, huiveringwekkend. In april 1986 liet president Reagan Libiƫ bombarderen, waarbij een dochtertje van Khadaffi omkwam. Vereeuwigd op een postzegel

Het jaar 1945 volgens Ian Buruma

Ian Buruma laat in zijn geschiedenis van het jaar 1945 zien dat de Tweede Wereldoorlog een cesuur in onze geschiedenis aanbracht. door Henk van Renssen in Vrij Nederland 40, 5 oktober 2013 Dat heel Europa vlak na de bevrijding in 1945 ‘een groot matras’ was waar ‘alles zoop en naaide’, zoals Remco Campert schreef in zijn beroemde gedicht ‘Niet te geloven’, blijkt niet alleen een dichterlijke, maar ook een historische waarheid te zijn. In zijn nieuwe boek 1945 wijt de Nederlands-Britse historicus Ian Buruma zijn hele eerste hoofdstuk aan de seksuele uitspattingen die dat bewuste jaar volgden op de komst van de geallieerden in Europa en Japan. Zelfs voormalige concentratiekampen als Bergen-Belsen, schrijft hij, waar uitgemergelde ex-gedetineerden tussen de opgestapelde lijken wachtten op terugkeer naar huis, waren al snel ‘plekken van koortsachtige seksuele activiteit geworden’. Is dat belangrijk om te weten? Wel in het verhaal van Buruma. De befaamde journalist, histor