Doorgaan naar hoofdcontent

Een vliegveld met gazonnetjes



Tussen alle kaarten in de doos van de tweedehandsboekverkoper viel mijn oog het eerste op deze schitterende. Het vliegveld Schwegat in Wenen, staat achterop. Is dit een foto of een tekening? Ik denk een foto. Maar dat vliegtuig in de lucht is veel te groot, het scheert over het dak van de aankomsthal. Iemand moet het ding op de foto hebben geplakt om het drukke komen en gaan van een vliegveld te benadrukken. Diezelfde persoon heeft waarschijnlijk die vrolijke, veel te nadrukkelijke kleuren blauw, groen, rood en geel toegevoegd. Kijk eens hoe gezellig die mensen nu over het asfalt richting de hal wandelen - vandaag de dag zouden ze in een benauwde bus gepropt zitten. Gazonnetjes, hegjes en keurige tuintjes wachten bij de ingang. Dit is uit de tijd dat een laag overgrommend vliegtuig nog geen associaties met terrorisme opriep.
Ik kijk nog eens op de achterkant. 'Woensdag 28.7.'65' meldt de afzender. De kaart is verstuurd aan mevr. J. Heuvel in Amsterdam (ik heb de naam veranderd omdat mensen haar anders misschien herkennen). De boodschap luidt:
'Zoals je ziet ben ik veilig in Wien geland. Bij aankomst op het vliegveld leek het wel of er een kacheltje brandde, zo heerlijk warm was het. Het hotel heb ik al gauw gevonden. 'T is wel even vreemd om je te orienteren maar dat zal ook wel lukken. Om 4 uur was ik al aan de wandel. Wat gaat dat alles vlug.
Groeten, Ria'

Een vrouw stuurt vlak na aankomst met het vliegtuig in Wenen midden jaren zestig een kaart aan een andere vrouw. Wat was hun relatie? Waarom was Ria (ook haar naam heb ik veranderd) in Wenen? Ik keek nog eens in de doos. Er lagen tientallen kaarten van Ria aan mevr. Heuvel.

(wordt vervolgd)

Reacties

Populaire posts van deze blog

Voetballen in het verzorgingstehuis

In de jaren tachtig lag mijn oma op een zaal in een 'verzorgingstehuis'. Elke zondagmiddag gingen we met het hele gezin op bezoek. Bij mooi weer maakten we een wandeling in de tuin. (klik om te vergroten) Nee, niet in Spierdijk, niet bij bejaardencentrum ' 't Oeverland'. Maar ik moest wel aan de zondagse wandelingen denken toen ik deze kaart vond. Het gazon, het paadje met de paaltjes, die lage lampen, de dunne boompjes en natuurlijk, helemaal links, de oranje zonweringen, zo was het bij ons in Apeldoorn ook. Mijn broer en ik rennen over het gras, mijn moeder duwt de rolstoel van mijn oma, mijn vader slentert mee. Zou mijn oma voor zeg haar vijftigste ooit rekening hebben gehouden met de mogelijkheid dat ze in een bejaardentehuis, en daarna in een verzorgingstehuis terecht zou komen? Hoe zag voor een meisje uit het begin van de eeuw, zoals op deze kaart... (klik om te vergroten) ... of op deze... (klik om te vergroten) ... de verre toekoms

Post van de dictator

Post is het ideale middel om te laten zien wie er de baas is. Mensen laten elke dag wel enveloppen en pakketjes door hun handen gaan. Vrijwel ongemerkt glijdt hun blik dan even over de postzegels. En wie zien ze daar: de koningin, de president, de dictator. Een paar jaar geleden was ik in Libiƫ. Daar kon je in kleine winkeltjes naar postzegels vragen en dan kwam de verkoper op de proppen met vellen vol prachtige afbeeldingen. Ware kunstwerkjes: hele schilderijen ontvouwden zich over meerdere postzegels. Zonde om ze uit te scheuren. Held op al die platen: kolonel Khadaffi. (klik op de plaatjes om te vergroten) Deze is in 1983 gemaakt ter ere van de 14e verjaardag van de revolutie van 1 september. Khadaffi omringd door zijn vrouwelijke lijfwacht. Hij deelt diploma's uit. Op de achtergrond een Russische Katusha-raketwerper. Prachtig, huiveringwekkend. In april 1986 liet president Reagan Libiƫ bombarderen, waarbij een dochtertje van Khadaffi omkwam. Vereeuwigd op een postzegel

Het jaar 1945 volgens Ian Buruma

Ian Buruma laat in zijn geschiedenis van het jaar 1945 zien dat de Tweede Wereldoorlog een cesuur in onze geschiedenis aanbracht. door Henk van Renssen in Vrij Nederland 40, 5 oktober 2013 Dat heel Europa vlak na de bevrijding in 1945 ‘een groot matras’ was waar ‘alles zoop en naaide’, zoals Remco Campert schreef in zijn beroemde gedicht ‘Niet te geloven’, blijkt niet alleen een dichterlijke, maar ook een historische waarheid te zijn. In zijn nieuwe boek 1945 wijt de Nederlands-Britse historicus Ian Buruma zijn hele eerste hoofdstuk aan de seksuele uitspattingen die dat bewuste jaar volgden op de komst van de geallieerden in Europa en Japan. Zelfs voormalige concentratiekampen als Bergen-Belsen, schrijft hij, waar uitgemergelde ex-gedetineerden tussen de opgestapelde lijken wachtten op terugkeer naar huis, waren al snel ‘plekken van koortsachtige seksuele activiteit geworden’. Is dat belangrijk om te weten? Wel in het verhaal van Buruma. De befaamde journalist, histor