Doorgaan naar hoofdcontent

Het jaar 1945 volgens Ian Buruma



Ian Buruma laat in zijn geschiedenis van het jaar 1945 zien dat de Tweede Wereldoorlog een cesuur in onze geschiedenis aanbracht.




door Henk van Renssen in Vrij Nederland 40, 5 oktober 2013

Dat heel Europa vlak na de bevrijding in 1945 ‘een groot matras’ was waar ‘alles zoop en naaide’, zoals Remco Campert schreef in zijn beroemde gedicht ‘Niet te geloven’, blijkt niet alleen een dichterlijke, maar ook een historische waarheid te zijn. In zijn nieuwe boek 1945 wijt de Nederlands-Britse historicus Ian Buruma zijn hele eerste hoofdstuk aan de seksuele uitspattingen die dat bewuste jaar volgden op de komst van de geallieerden in Europa en Japan. Zelfs voormalige concentratiekampen als Bergen-Belsen, schrijft hij, waar uitgemergelde ex-gedetineerden tussen de opgestapelde lijken wachtten op terugkeer naar huis, waren al snel ‘plekken van koortsachtige seksuele activiteit geworden’.
Is dat belangrijk om te weten? Wel in het verhaal van Buruma. De befaamde journalist, historicus en japanoloog wil in zijn nieuwste werk laten zien dat de wereld zoals wij die kennen voor een groot deel gevormd werd in het jaar van de bevrijding, 1945. Dat jaar, schrijft hij, heeft lang in de schaduw gestaan van de wereldoorlog die eraan voorafging, maar het is hét sleuteljaar van de moderne wereld, het ‘jaar nul’ waarin alles opnieuw begon en veel anders werd. En in de seksuele geschiedenis van die korte periode zie je die omslag als het ware in gecondenseerde vorm optreden.

Showproces
Seks in 1945 was niet alleen een losbandig ‘feestje’, schrijft Buruma, er zaten allerlei motieven achter, waaronder veel minder fraaie. Europa en Azië (Buruma’s boek is een mooie wereldgeschiedenis, met een prominente plaats voor wat er in Azië gebeurde) waren in de zomer van 1945 verschrikkelijke, desolate continenten. Steden lagen in puin, miljoenen mensen waren omgekomen, nog eens miljoenen anderen overleefden in kampen ver van huis als ‘dp’s’, displaced persons – vluchtelingen, kampoverlevenden en slaven van de Arbeidseinzatz, zoals Buruma’s vader. Op veel plaatsen heerste of dreigde hongersnood, criminelen hadden hier en daar vrij spel. In die context zochten veel vrouwen warmte en gezelschap, maar ook gewoon eten en bescherming, en kregen ze die via een relatie met een van de bevrijders. Die er bovendien, in vergelijking met het haveloze Europese (en Japanse) manvolk, natuurlijk bijzonder viriel uitzagen: goed doorvoed, sigaretjes rokend en uitdelend, vrolijk en carefree. Het zou een eerste voorafschaduwing worden van de verafgoding die de Verenigde Staten vanaf dat jaar ten deel zou vallen als cultureel en politiek leider van de vrije westerse wereld.
Overigens voelden veel West-Europese mannen zich in hun eer aangetast door dit ‘losbandig gedrag’ van ‘hun’ vrouwen. Buruma heeft in zijn boek veel aandacht voor de Nederlandse gebeurtenissen in 1945, vooral de minder aangename (het snelle ‘showproces’ tegen Mussert, de weigering om te onderhandelen met Soekarno met de bloedige bersiap-periode als gevolg), en op dit punt kan hij niet nalaten te vertellen dat dat jaar niet alleen Nederlandse vrouwen werden kaalgeschoren die het hadden aangelegd met Duitsers, maar ook vrouwen die met Canadezen gingen. Een teken aan de wand, schrijft hij: de burgerlijke moraal moest hersteld worden, vrouwen moesten niet al te vrij worden – ook dat was een grote drijvende kracht in 1945. Een kracht die voor een deel succesvol was, want pas de volgende generatie kon zich in de jaren zestig een ‘seksuele revolutie’ permitteren, na de burgerlijke jaren vijftig. Maar terug naar de vooroorlogse wereld kon ook niet meer: landen als Frankrijk, Italië en België kregen in deze periode stemrecht voor vrouwen.

Klassenhaat
In de door de Sovjet-Unie bevrijde gebieden was seks overigens helemaal geen feest maar een verschrikking, een terreurwapen: de Russen verkrachtten in Duitsland elke vrouw die ze tegenkwamen, van elke leeftijd, op elke manier. Gevoelens van wraak lagen hier aan ten grondslag, schrijft Buruma, zoals in heel Europa mensen zich te buiten gingen aan wraakoefeningen. Maar ook hebzucht, klassenhaat, herinneringen aan de verschrikkingen van de nazi’s in het Oosten, politieke propaganda en de geschonden mannelijke eer speelden een rol. Bovendien speelde zich dit allemaal af met de zwijgende toestemming van de autoriteiten: de Sovjets waren toen al bezig Oost-Europa letterlijk te onderwerpen door angst te zaaien. En zo begon in 1945 ook al de deling van Europa die tot 1989 zou duren.
Voor de concentratiekampoverlevenden tenslotte, die vaak hun hele gemeenschap uitgemoord hadden zien worden, vervulde seks nog een andere rol: het was ‘een daad van verzet tegen de uitsterving’ – in de Joodse dp-kampen was men tegen voorbehoedsmiddelen, er moest nageslacht gemaakt worden, een familie gesticht. Dat zou een voorbode worden van de manier waarop de Europese Joden op de Holocaust zouden reageren. Niet door wraakacties op de Duitsers (hoewel die er wel zijn geweest, schrijft Buruma in een later hoofdstuk), maar door een nieuw volk te stichten, in een nieuw land: Israël.

Op de trein gezet
In het jaar 1945 heerste er een moreel en politiek vacuüm in grote delen van de wereld. Dat ging niet alleen op seksueel gebied gepaard met zowel groot optimisme als extreem geweld. Er ontstonden burgeroorlogen tussen linkse en rechtse krachten, zoals in Griekenland, en volkeren probeerden zich van hun verzwakte koloniale heersers te bevrijden, zoals in Nederlands-Indië en Vietnam. Ook werden miljoenen mensen hardhandig over de grens gezet in de ongekende etnische zuiveringsoperatie in Midden- en Oost-Europa, waarbij zo met Volksduitsers, Polen en Oekraïeners werd geschoven dat er etnisch vrijwel homogene gebieden ontstonden. Een bijzonder tragisch en onbekend hoofdstuk in dit verhaal is de deportatie van de anticommunistische Slovenen, Kroaten, Serviërs en Kozakken die zich, op de vlucht voor Stalin en Tito, in een dal in het Oostenrijkse Karinthië hadden verzamelend. Zij werden om politieke redenen door Britse soldaten met harde hand op de trein gezet – meestal hun dood tegemoet.
Daar staat tegenover dat tegelijkertijd mensen als de Fransman Jean Monnet en de Amerikaanse president Harry S. Truman zich begonnen in te zetten voor een langdurige vrede, die volgens hen alleen met internationale samenwerking tot stand zou moeten komen. Duitsland en Japan werden niet onderworpen aan drukkende herstelbetalingen, maar werden wederopgebouwd. De eerste aanzetten voor de Europese Unie ontstonden op de plaats waar de Duitsers en de Fransen tot elkaar kwamen: het door de Fransen bezette Saarland, met Straatsburg als hoofdstad. En in San Fransisco ontstonden de Verenigde Naties – niet de toen door velen gehoopte wereldregering, maar wel weer beter dan niks.
En, schrijft Buruma, in veel Europese landen kwamen sociaaldemocraten aan de macht – zelfs Churchill werd twee maanden na de bevrijding weggestemd door een volk dat niet terug wilde naar de oude klassenmaatschappij. De overheid nam het heft in handen, de liberale vrije markt kon niet meer vertrouwd worden: de Europese verzorgingsstaat ontstond. Daar zijn we nu weer bijna van verlost, merkt Buruma op, want niks blijft nu eenmaal eeuwig. En we leven tenslotte alweer in het jaar 68.

Ian Buruma, ‘1945 – Biografie van een jaar’, vertaling Arthur Wevers, Atlas Contact, 400 p., € 24,95

Reacties

Populaire posts van deze blog

Voetballen in het verzorgingstehuis

In de jaren tachtig lag mijn oma op een zaal in een 'verzorgingstehuis'. Elke zondagmiddag gingen we met het hele gezin op bezoek. Bij mooi weer maakten we een wandeling in de tuin. (klik om te vergroten) Nee, niet in Spierdijk, niet bij bejaardencentrum ' 't Oeverland'. Maar ik moest wel aan de zondagse wandelingen denken toen ik deze kaart vond. Het gazon, het paadje met de paaltjes, die lage lampen, de dunne boompjes en natuurlijk, helemaal links, de oranje zonweringen, zo was het bij ons in Apeldoorn ook. Mijn broer en ik rennen over het gras, mijn moeder duwt de rolstoel van mijn oma, mijn vader slentert mee. Zou mijn oma voor zeg haar vijftigste ooit rekening hebben gehouden met de mogelijkheid dat ze in een bejaardentehuis, en daarna in een verzorgingstehuis terecht zou komen? Hoe zag voor een meisje uit het begin van de eeuw, zoals op deze kaart... (klik om te vergroten) ... of op deze... (klik om te vergroten) ... de verre toekoms

Post van de dictator

Post is het ideale middel om te laten zien wie er de baas is. Mensen laten elke dag wel enveloppen en pakketjes door hun handen gaan. Vrijwel ongemerkt glijdt hun blik dan even over de postzegels. En wie zien ze daar: de koningin, de president, de dictator. Een paar jaar geleden was ik in Libië. Daar kon je in kleine winkeltjes naar postzegels vragen en dan kwam de verkoper op de proppen met vellen vol prachtige afbeeldingen. Ware kunstwerkjes: hele schilderijen ontvouwden zich over meerdere postzegels. Zonde om ze uit te scheuren. Held op al die platen: kolonel Khadaffi. (klik op de plaatjes om te vergroten) Deze is in 1983 gemaakt ter ere van de 14e verjaardag van de revolutie van 1 september. Khadaffi omringd door zijn vrouwelijke lijfwacht. Hij deelt diploma's uit. Op de achtergrond een Russische Katusha-raketwerper. Prachtig, huiveringwekkend. In april 1986 liet president Reagan Libië bombarderen, waarbij een dochtertje van Khadaffi omkwam. Vereeuwigd op een postzegel