Doorgaan naar hoofdcontent

Een vliegveld met gazonnetjes III

De kaartengeschiedenis van de familie Heuvel begint met Pietje. Hij stuurt op 5 augustus 1911 een kaart van café-restaurant en uitspanning 'Westerbouwing' in Oosterbeek (dat nog steeds bestaat) naar Mejuffr. C. Heuvel, Kalverstraat, Amsterdam.


 Op de achterkant staat niks behalve 'Pietje'. Wie was Pietje? Een vriend, een vriendin (Pietje was in die tijd ook een vrouwennaam), een familielid, een collega van mejuffrouw C. Heuvel? Of iemand die naar haar hand dong? Voor die laatste theorie pleit dat ik meer kaarten vond van mannen aan mejuffrouw C. Heuvel. Deze bijvoorbeeld, een romantisch tafereel aan het meer van Luzern:



Verstuurd op 20 maart 1913: 'Geachte juffr! Ontvang met Uw ouders mijn welgemeende groeten uit Luzern met haar prachtige zeeen en bergen doch helaas hier is regen en volop sneeuw ons deel. Zaterdagavond kom ik in Palanza aan ik hoop op beter weder. Met vriendelijke groeten Chris.'

Duidelijk toch? Heel beleefd, met dat 'geachte juffr', en 'met uw ouders', maar je proeft dat Chris meer voelt voor mejuffrouw Heuvel. Hij laat weten: ik zit hier dan wel ver weg in Luzern, maar ik denk aan jou. Vooral nu het regent en sneeuwt.

De verzender van deze kaart, een jaar later, ziet ook wel wat in mejuffrouw C.:



'Venetie, 14 april 1914. Geachte Fraulein! Ontvang met uw ouders mijn groet uit deze tooverstad, alles per gondel geen paard wagen of tram. in de hoop u spoedig weder te zien. Achtend, Barend'

Barend is een stuk brutaler dan Chris. Geen formeel 'juffrouw', maar het zwierige en ook wel ironische 'Fraulein!' - alsof hij al een beetje de draad steekt met die formele aanhef. Geen geklaag over het slechte weder, nee, hij zit in een 'tooverstad'. En hij zwijgt niet over zijn bedoeling, hij hoopt haar gewoon spoedig weder te zien.

Zou het wat zijn geworden tussen Barend en de jongedame? En wat is er gebeurd met Pietje en Chris?

Trouwens, wie was mejuffrouw C. Heuvel eigenlijk? C. is de enige geadresseerde op de kaarten tussen 1910 en 1920, terwijl daarna, tot in de jaren zeventig, bijna alle kaarten bestemd zijn voor de mysterieuze mevrouw J. Heuvel, aan wie Ria haar kaarten stuurde. Het lijkt wel of J. de kaarten van C. heeft gekregen. Dat zou betekenen dat ze elkaar goed kenden. Zussen? Misschien een erfenis? Wie weet is C. jong overleden en heeft J. toen bij het opruimen van de boedel die ansichten meegenomen als aandenken. Of zie ik een veel banalere verklaring over het hoofd?

C. en J. waren denk ik ongeveer van dezelfde leeftijd. Uit 1924 vond ik een kaartje van de 'Broederpoort' in Kampen (een saai plaatje) met achterop twee namen, in grote ronde kinderletters geschreven. Twee kinderen sturen hun ouders een kaartje vanaf hun vakantie/logeeradres. Als J. in 1924 twee kinderen had, dan was zij rond 1914 waarschijnlijk ook een gewilde 'mejuffrouw'. (Misschien was zij wel zelf C. Heuvel en had zij intussen haar naam veranderd. Nee, dat lijkt me onwaarschijnlijk).
Een mejuffrouw die aan de haak is geslagen. Mevrouw J. is getrouwd. Op latere kaartjes wordt zij wel eens aangeschreven als 'J. Heuvel-Gaborsze'. Het kaartje uit 1924 is geadresseerd aan 'Den heer en mevrouw H.G. Gaborsze'.

En hoe heten de kinderen van mevrouw J. Heuvel en meneer H.G. Gaborsze? Achterop de kaart uit Kampen staat het: 'Willem en Ria'.

Ria was de dochter van mevrouw J.

(wordt vervolgd)

Reacties

Populaire posts van deze blog

Voetballen in het verzorgingstehuis

In de jaren tachtig lag mijn oma op een zaal in een 'verzorgingstehuis'. Elke zondagmiddag gingen we met het hele gezin op bezoek. Bij mooi weer maakten we een wandeling in de tuin. (klik om te vergroten) Nee, niet in Spierdijk, niet bij bejaardencentrum ' 't Oeverland'. Maar ik moest wel aan de zondagse wandelingen denken toen ik deze kaart vond. Het gazon, het paadje met de paaltjes, die lage lampen, de dunne boompjes en natuurlijk, helemaal links, de oranje zonweringen, zo was het bij ons in Apeldoorn ook. Mijn broer en ik rennen over het gras, mijn moeder duwt de rolstoel van mijn oma, mijn vader slentert mee. Zou mijn oma voor zeg haar vijftigste ooit rekening hebben gehouden met de mogelijkheid dat ze in een bejaardentehuis, en daarna in een verzorgingstehuis terecht zou komen? Hoe zag voor een meisje uit het begin van de eeuw, zoals op deze kaart... (klik om te vergroten) ... of op deze... (klik om te vergroten) ... de verre toekoms

Post van de dictator

Post is het ideale middel om te laten zien wie er de baas is. Mensen laten elke dag wel enveloppen en pakketjes door hun handen gaan. Vrijwel ongemerkt glijdt hun blik dan even over de postzegels. En wie zien ze daar: de koningin, de president, de dictator. Een paar jaar geleden was ik in Libië. Daar kon je in kleine winkeltjes naar postzegels vragen en dan kwam de verkoper op de proppen met vellen vol prachtige afbeeldingen. Ware kunstwerkjes: hele schilderijen ontvouwden zich over meerdere postzegels. Zonde om ze uit te scheuren. Held op al die platen: kolonel Khadaffi. (klik op de plaatjes om te vergroten) Deze is in 1983 gemaakt ter ere van de 14e verjaardag van de revolutie van 1 september. Khadaffi omringd door zijn vrouwelijke lijfwacht. Hij deelt diploma's uit. Op de achtergrond een Russische Katusha-raketwerper. Prachtig, huiveringwekkend. In april 1986 liet president Reagan Libië bombarderen, waarbij een dochtertje van Khadaffi omkwam. Vereeuwigd op een postzegel

Het jaar 1945 volgens Ian Buruma

Ian Buruma laat in zijn geschiedenis van het jaar 1945 zien dat de Tweede Wereldoorlog een cesuur in onze geschiedenis aanbracht. door Henk van Renssen in Vrij Nederland 40, 5 oktober 2013 Dat heel Europa vlak na de bevrijding in 1945 ‘een groot matras’ was waar ‘alles zoop en naaide’, zoals Remco Campert schreef in zijn beroemde gedicht ‘Niet te geloven’, blijkt niet alleen een dichterlijke, maar ook een historische waarheid te zijn. In zijn nieuwe boek 1945 wijt de Nederlands-Britse historicus Ian Buruma zijn hele eerste hoofdstuk aan de seksuele uitspattingen die dat bewuste jaar volgden op de komst van de geallieerden in Europa en Japan. Zelfs voormalige concentratiekampen als Bergen-Belsen, schrijft hij, waar uitgemergelde ex-gedetineerden tussen de opgestapelde lijken wachtten op terugkeer naar huis, waren al snel ‘plekken van koortsachtige seksuele activiteit geworden’. Is dat belangrijk om te weten? Wel in het verhaal van Buruma. De befaamde journalist, histor