Doorgaan naar hoofdcontent

Een vliegveld met gazonnetjes II


(vervolg van de vorige blog)

Een van die vele ansichtkaarten van Ria naar mevrouw J. Heuvel is op 29 juli 1965 verzonden, een dag na de kaart van het Weense vliegveld dus - het contact moet intensief zijn geweest.
Het is een toeristenkaart uit Wenen, met foto's van het reuzenrad van het Prater, de Votivkerk, de Opera en de televisietoren in het Donaupark. De tekst achterop bevat een aanwijzing:

'Daar zit ik dan tussen alle administratie van de de briefkaarten. Ik heb al een hele partij verstuurd aan personeel en vriendinnen totaal ca 25 stuk. Ik had nooit gedacht dat 't zoveel zijn. Vanmiddag heb ik een verkenningstocht door de stad gemaakt. Hart. gr. Ria.'

Het woordje 'personeel' intrigeert me. Ria werkte blijkbaar voor een zaak, en omdat ze over personeel schrijft en niet 'collega's', lijkt het me dat ze de baas was. Wat voor zaak is dat geweest, wat verkocht Ria? Hoorde mevr. Heuvel op de een of andere manier bij het bedrijf, misschien als mede-eigenaar? En waarom stuurde Ria haar personeel vanuit het buitenland een kaartje? Was ze voor haar werk op reis?

De reiskaarten van Ria die ik heb gevonden beslaan elf jaar, van 1956 tot en met 1967. Ze beelden vliegtuigen of vliegvelden af, toeristische attracties en, heel bijzonder, plaatselijke beurzen. Ook veel stempels op de postzegels maken reclame voor die beurzen. Ze lijken haar voornaamste reisdoelen te zijn. Ria bezoekt Duitsland (vooral beursstad Frankfurt), Zwitserland, Frankrijk, België - bijna allemaal per vliegtuig.
De eerste kaart:



'Woensdag 29 augustus '56. Daar ben ik dan weer met een berichtje, ditmaal uit Gent, waar ik vanochtend in de plastic fabriek geweest ben. Deze fabriek ligt ver buiten de stad, zodat ik met een auto weer naar 't Centrum van de stad terug werd gebracht. Ik heb toen in deze bijzonder oude plaats wat rondgedwaald en ga straks met de tram weer terug naar Brussel, waar ik nog een nachtje blijf. Hartel. Groeten Ria.'

Ze deed dus iets met plastic. Ze bezocht een fabriek die dat maakte. Zeven jaar later:


(12 oktober 1963 op de stempel)
'Vandaag ben ik in Keulen geweest. Daar heb ik die mensen van de wasserette bezocht die toen op die zaterdag bij ons waren. Zij hebben weer opnieuw besteld en mij weer met een andere wasserette in contact gebracht die ook weer 100 tassen besteld hebben. Groeten Ria'

Eerst plastic en een fabriek, nu wasserettes en tassen. Mijn theorie: Ria liet plastic tassen maken en verkocht die aan winkels en andere bedrijfjes. Op beurzen zocht ze naar kopers. Ria was een reizende groothandelaar in kunststof draagproducten.

En dat was ze zo te zien op een ultramoderne manier. Ze reisde als vrouw alleen. En ze vloog, ze had geen tijd om de trein te nemen. Ze stapte zonder voorbehoud in de hogesnelheidswereld van glas, staal, landingsbanen, snelwegen en wegwerptassen die Europa aan het worden was, en die je op de kaarten ziet ontstaan. Vooral Duitsland etaleert graag de prestaties van de wederopbouw. Ria is onder de indruk:


(8 november 1964, Dusseldorf am Rhein, Blick zur neuen Hochstrasse)
'Bijna begin ik al weer aan de terug reis. Wel jammer want 't weer is hier prachtig. Dat hoge gebouw is wel 25 etages hoog. De zijwand is helemaal van metaal opgetrokken. Ik ben wel weer eerder in A'dam dan deze kaart. Groeten Ria'

Op de wijdse doorzonvliegvelden, in de glanzende nieuwe beursgebouwen vallen de moderne zakenvrouw Ria en het moderne Europa samen. De laatste kaart van Ria aan mevr Heuvel die ik vind, is van 8 oktober 1967, precies dertig jaar geleden:



'Een groet van de kunststofbeurs 1967 uit Dusseldorf Ria'

Geen verwondering meer over vliegtuigen die zelfs een ansichtkaart kunnen inhalen, of over metalen wolkenkrabbers, gewoon een korte groet. Ria is een vrouw van nu geworden.
Maar wat was nou haar relatie met mevrouw J. Heuvel? Ik kijk nog eens in de bak van de tweedehandsboekenhandelaar. En daar vind ik nog meer kaarten, niet meer van Ria aan mevrouw Heuvel, maar wel allemaal van en aan mensen met de achternaam Heuvel. Een heel familieansichtkaartenarchief.
Ze dateren van ver voor de jaren vijftig en zestig, tot ver daarna...

(wordt vervolgd)

Reacties

Populaire posts van deze blog

Lof der eurocraten

Mijn artikel over het essay Der Europäische Landbote van de Oostenrijkse schrijver Robert Menasse. Dit stuk verscheen in de Vrij Nederland van 9 februari 2013. Robert Menasse toog naar Brussel en schreef een verrassend, tegendraads essay over de EU: een transparant, helemaal niet duur instituut waarin hardwerkende, verlichte ambtenaren kleinzielige nationale belangen overstijgen. door Henk van Renssen Dat Jeroen Dijsselbloem voorzitter is geworden van de Eurogroep, de ‘invloedrijke’ vergadering van de ministers van Financiën van de EU-lidstaten, is ‘goed voor Nederland’, zo klonk de afgelopen weken alom. Maar wat betekent dat eigenlijk in deze context, ‘goed voor Nederland’? Worden er dan Nederlandse belangen behartigd die anders niet behartigd zouden worden? En is goed voor Nederland ook goed voor Europa? Of hoeft dat niet, gaat het er simpelweg om zoveel mogelijk voor jezelf weg te slepen uit de Europese ruif, is Dijsselbloem niet meer dan de nieuwste Nederlandse aanvoe...

De omstanders bij de Holocaust

Wegkijken, verdraaien en ramen dicht Hebben echt zoveel mensen in de oorlog ‘nichts gewusst’ van de Holocaust? Drie historici spitten in het selectieve geheugen van daders die zich omstanders waanden en omstanders die keuzes moesten maken. door Henk van Renssen in Vrij Nederland 41, 2013 Ik was tot diep in de avond op kantoor aan het werk. Ik was op vakantie. Ik deed toen even iets anders. Ik zat thuis met een griepje. Ik was naar de bruiloft van mijn zoon. Het gebeurde nét nadat ik was overgeplaatst. Zomaar een paar van de verhaaltjes die ex-nazi’s na de oorlog vertelden als hun werd gevraagd waar ze waren geweest op een bepaald heikel moment in de Tweede Wereldoorlog. Het is dus niet helemaal waar, schrijft de Britse hoogleraar Duitse geschiedenis Mary Fulbrook in haar boeiende studie Een kleine stad bij Auschwitz. Gewone nazi’s en de Holocaust, dat de duizenden lagere ambtenaren en plaatselijke bestuurders die de ruggengraat vormden van het civiele bestuur in het...

Het jaar 1945 volgens Ian Buruma

Ian Buruma laat in zijn geschiedenis van het jaar 1945 zien dat de Tweede Wereldoorlog een cesuur in onze geschiedenis aanbracht. door Henk van Renssen in Vrij Nederland 40, 5 oktober 2013 Dat heel Europa vlak na de bevrijding in 1945 ‘een groot matras’ was waar ‘alles zoop en naaide’, zoals Remco Campert schreef in zijn beroemde gedicht ‘Niet te geloven’, blijkt niet alleen een dichterlijke, maar ook een historische waarheid te zijn. In zijn nieuwe boek 1945 wijt de Nederlands-Britse historicus Ian Buruma zijn hele eerste hoofdstuk aan de seksuele uitspattingen die dat bewuste jaar volgden op de komst van de geallieerden in Europa en Japan. Zelfs voormalige concentratiekampen als Bergen-Belsen, schrijft hij, waar uitgemergelde ex-gedetineerden tussen de opgestapelde lijken wachtten op terugkeer naar huis, waren al snel ‘plekken van koortsachtige seksuele activiteit geworden’. Is dat belangrijk om te weten? Wel in het verhaal van Buruma. De befaamde journalist, historic...