Doorgaan naar hoofdcontent

Een kruisje bij het raam van mijn ziekenzaal

Het Andreas Ziekenhuis aan de Theophile de Bockstraat in Amsterdam-West staat nog maar half overeind. Vanuit de tram naar station Lelylaan is te zien hoe ijzeren staven uit blootgelegde wanden steken; de voormalige parkeerplaats ligt bezaaid met rotzooi. Nog even en de slopers hebben alle sporen van zijn bestaan uitgewist en dan verrijzen er nieuwe woningen op de lege plek.
Van zo'n toekomst zullen de bewoners in de jaren zestig niet hebben gedroomd. Het Andreas Ziekenhuis was een symbool van vernieuwing. Eindelijk geen bakstenen viezigheid meer, geen heen en weer gehol van zusters tussen tochtige barakken, nee, een wit gebouw van modern beton en glas, met rechte hoeken en overzichtelijke gangen, brede liften en oranje zonweringen. Ze waren trots op hun hospitaal. Zo trots, dat ze in de winkel op de begane grond ansichtkaarten gingen verkopen met foto's van de flat.
Die werden gretig verkocht. Niet aan de bezoekers, maar aan de patiënten. Zo konden ze hun familie, geliefden en vrienden laten weten waar ze aan hun herstel werkten. Een kruisje diende om aan te geven waar de zieke zijn verzorging genoot.



Ik vind het een fascinerende kaart. Zo leeg, zo doods, zo eenzaam. Wie is die man op de voorgrond? Een opa die bijkomt van een hartaanval? De boodschap op deze kaart is kort: 'Jan, kamer 257, 2e etage'.
De vrouw op de volgende kaart was spraakzamer.
'Lieve tante, Even een berichtje uit 't ziekenhuis. Hart. dank voor 't geld. Operatie gelukkig weer achter de rug. 13 stenen en steentjes. Heel goede verzorging. Alles viel erg mee. Dokter was vanmiddag nog hier en was zeer tevreden. Zusters zijn heel erg aardig. Heb niet veel pijn. Wat gaat zo'n operatie vlug voorbij he? Fijn, dat Henk bij U geweest is, hij redt het gelukkig wel met vader en moeder. Nu tante, dit was weer wat nieuws. Groeten van Rie.'
Zij zat achter het kruisje op de derde verdieping.


Reacties

Populaire posts van deze blog

Lof der eurocraten

Mijn artikel over het essay Der Europäische Landbote van de Oostenrijkse schrijver Robert Menasse. Dit stuk verscheen in de Vrij Nederland van 9 februari 2013. Robert Menasse toog naar Brussel en schreef een verrassend, tegendraads essay over de EU: een transparant, helemaal niet duur instituut waarin hardwerkende, verlichte ambtenaren kleinzielige nationale belangen overstijgen. door Henk van Renssen Dat Jeroen Dijsselbloem voorzitter is geworden van de Eurogroep, de ‘invloedrijke’ vergadering van de ministers van Financiën van de EU-lidstaten, is ‘goed voor Nederland’, zo klonk de afgelopen weken alom. Maar wat betekent dat eigenlijk in deze context, ‘goed voor Nederland’? Worden er dan Nederlandse belangen behartigd die anders niet behartigd zouden worden? En is goed voor Nederland ook goed voor Europa? Of hoeft dat niet, gaat het er simpelweg om zoveel mogelijk voor jezelf weg te slepen uit de Europese ruif, is Dijsselbloem niet meer dan de nieuwste Nederlandse aanvoe...

De omstanders bij de Holocaust

Wegkijken, verdraaien en ramen dicht Hebben echt zoveel mensen in de oorlog ‘nichts gewusst’ van de Holocaust? Drie historici spitten in het selectieve geheugen van daders die zich omstanders waanden en omstanders die keuzes moesten maken. door Henk van Renssen in Vrij Nederland 41, 2013 Ik was tot diep in de avond op kantoor aan het werk. Ik was op vakantie. Ik deed toen even iets anders. Ik zat thuis met een griepje. Ik was naar de bruiloft van mijn zoon. Het gebeurde nét nadat ik was overgeplaatst. Zomaar een paar van de verhaaltjes die ex-nazi’s na de oorlog vertelden als hun werd gevraagd waar ze waren geweest op een bepaald heikel moment in de Tweede Wereldoorlog. Het is dus niet helemaal waar, schrijft de Britse hoogleraar Duitse geschiedenis Mary Fulbrook in haar boeiende studie Een kleine stad bij Auschwitz. Gewone nazi’s en de Holocaust, dat de duizenden lagere ambtenaren en plaatselijke bestuurders die de ruggengraat vormden van het civiele bestuur in het...

Het jaar 1945 volgens Ian Buruma

Ian Buruma laat in zijn geschiedenis van het jaar 1945 zien dat de Tweede Wereldoorlog een cesuur in onze geschiedenis aanbracht. door Henk van Renssen in Vrij Nederland 40, 5 oktober 2013 Dat heel Europa vlak na de bevrijding in 1945 ‘een groot matras’ was waar ‘alles zoop en naaide’, zoals Remco Campert schreef in zijn beroemde gedicht ‘Niet te geloven’, blijkt niet alleen een dichterlijke, maar ook een historische waarheid te zijn. In zijn nieuwe boek 1945 wijt de Nederlands-Britse historicus Ian Buruma zijn hele eerste hoofdstuk aan de seksuele uitspattingen die dat bewuste jaar volgden op de komst van de geallieerden in Europa en Japan. Zelfs voormalige concentratiekampen als Bergen-Belsen, schrijft hij, waar uitgemergelde ex-gedetineerden tussen de opgestapelde lijken wachtten op terugkeer naar huis, waren al snel ‘plekken van koortsachtige seksuele activiteit geworden’. Is dat belangrijk om te weten? Wel in het verhaal van Buruma. De befaamde journalist, historic...